1833 – Een vondeling bij pastoor Zwijsen

“behoorlijk gewikkeld in witte linnen doeken”

“Op heden den negentienden January 1800 drie en dertig circa negen uren werden mij D. Botermans Commissaris van Politie der stad Tilburg door Wilhelmus Mutsaers oud 29 Jaren, wonende als knegt bij den Heere Zwyzen Roomsch Pastoor van de Parochie het Heiken alhier verzocht ons dadelijk te begeven ten Huize van gemelden Heer Pastoor, het welk wij onverwijld deden.
En aldaar gekomen zijnde werd ons door genoemden Heer Pastoor gezegd dat ongeveer een uur geleden, aan zijn huis (…) Pastorij werd gescheld. Dat zijn gemelde knegt de deur opende en als toen niemand bespeurde als eene overdekte mand, welke geplaatst was op eene publieke straat digt bij de deur van gezegde pastorij. Dat hij zich op die tijding dadelijk had naar buiten begeven en gemelde mand op genoemde plaats vond staan en twijfelde dat er beweging of iets dat leefde in bespeurde. Dat hij daarop dadelijk, dezelve door zijn gezegde knecht, bij hem heeft doen binnen dragen, en als daer in dezelve bevond een eerstgeboren kind en eene kruik met warm water.
Waar op wij gemelde mand welke bij het vuur stond tot verwarming hebben geëxamineerd en in dezelve bevonden een eerst geboren kind van het mannelijk geslacht, behoorlijk gewikkeld in witte linnen doeken, en om dezelve twee lappen grijs laken welke wij voor twee slippen van een militaire capot (…) hebben aangezien en hebbende een witte catoene muts op het hoofd, als ook een kruik warm water aan de voeten geplaatst. Alles in tegenwoordigheid van den Wethouder ambtenaar van den Burgerlijken Stand dezer Stad.
Wij hebben daar op dadelijk het gemelde kind door den armmeester alhier het onderhoud, nourituur en opvoeding doen bezorgen, het welk dan ook dadelijk is gesteld geworden ten huize van De wed~ J. de Groot van beroep spinster wonende in de wijk (…) en Broekhoven alhier.
Het hier in vermelde kind heeft den naam bekomen van Antonius Van de Straat.

Bronnen / opmerkingen

  • Bron: Geboorteakte nr 24, gemeente Tilburg, 21 januari 1833. De vondeling werd elf jaar later erkend door Goverdina Melis.
  • Grosso modo werden in onze streken in de honderd jaren tussen 1760 en 1860 buitengewoon meer vondelingen genoteerd dan in de jaren ervoor of erna.
  • Pastoor Zwijsen is de latere aartsbisschop Joannes Zwijsen (1794-1877). Zwijsen was pastoor van de St.-Dionysiusparochie ( ’t Heike) in Tilburg van 1832 tot 1854, ook al werd hij in 1842 bisschop gewijd (zij het nog zonder bisdom in Nederland).
  • Zwijsen was actief in de kinder- en jeugdzorg. Met de door hem in 1844 opgerichte Congregatie der Fraters van O.L. Vrouw Moeder van Barhartigheid, werd het Rooms katholiek Jongensweeshuis opgericht in Tilburg in 1845. De drukkerij van het weeshuis zou later uitgroeien tot de nog bestaande uitgeverij Zwijsen.
Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

1568 en 1543. Doopregisters en wedden op zwangerschappen.

Voor het bestaan van de Burgerlijke Stand, was het moeilijk om het bevolkingsaantal van een stad als Antwerpen vast te stellen. Ook de doopregisters, in principe door de parochies verplicht bij te houden vanaf 1568, brachten niet direct soelaas.
Volgens Mertens en Torfs werd in de zestiende eeuw ook nog vaak op zwangerschappen gegokt en ook dat hielp niet om zicht te krijgen op de bevolking. Daartegen trad men in 1543 op.

Eerst in 1568, krachtens bevel der kerkvergadering van Trente, begon men in de parochiën doopregisters te houden; maer men beseft genoegzaem, dat men daer aenvankelyk slordig  mede te werk ging.
Zoodanig was zelfs de verwarring in het stuk der geboorten geweest, dat het Magistraet een zoo vreemd als aenstootelyk misbruik had moeten te keer gaen. Dit misbruik, hetwelk algemeen in zwang was, bestond hierin, dat men weddingen aenging, dat zulke of zulke zwangere vrouw eenen jongen of meisje zoude ter wereld brengen. Het gevolg daervan was geweest, dat vele arme wyven hare kinderen verwisselden of verborgen, met gevaer van ze  zonder doopsel te zien omkomen, wanneer de wedding tegen hare belangen uitviel. Er was dierhalve in 1543 geboden en uitgeroepen, dat zulke weddingen, als uit een oneerlyk verdrag ontstaen zynde, geen regt zouden bekomen.

Geciteerd uit:
  • Mertens, F., & Torfs, K. (1848). Geschiedenis van Antwerpen sedert de stichting der stad tot onze tijden (Vol. 4). Antwerpen: Rederykekamer De Olyftak, p.207.
Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

1802. Problemen met de Burgerlijke Stand

Prefect D’Herbouville in het jaar 10 (1801-1802) over de moeilijkheden in het departement Twee-Neten (de latere provincie Antwerpen)

Niets is er zo moeilijk als betrouwbare gegevens te verkrijgen over de bevolking van dit departement. De registers van de huwelijken, geboortes en overlijdens, voor het jaar 4, werden in het algemeen slecht bijgehouden. Niettemin zouden we erop kunnen terugvallen; maar er zijn er veel meegenomen door de pastoors tijdens de deportaties van het jaar 5; andere zijn vebrand geworden samen met de gemeentearchieven tijdens de boerenopstand in het jaar 7.
Vanaf het jaar 4 tot aan het jaar 8 is er om zo te zeggen geen enkel register van de Burgerlijke Stand bijgehouden.
Vanaf het jaar 8 worden de registers beter bijgehouden, maar echt goed zijn ze niet. De invloed van religieuze opninies verhinderen een bevredigend resultaat en waarschijnlijk zal dat blijven duren tot de conflicten met de kerk zijn opgelost.

Bron en toelichting

  • D’HERBOUVILLE, Statistique du Département Deux-Nèthes, Paris, an X, p.21.

  • jaar 4 = vanaf 25/9/1795

    jaar 5 = vanaf 22/9/1796

    jaar 7 = vanaf 22/9/1798 – De zogenaamde ‘Boerenkrijg’ vond plaats van oktober tot december 1798.

    jaar 8 = vanaf 23/9/1799

    jaar 10 = vanaf 23/9/1801 – Het concordaat van Napoleon met de paus van juli 1801 zou in werking treden vanaf april 1802

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen